RTV Purmerend.nl

Nationale Reddingsvloot oefent "Zaanstad in het honderd+1"

Het is al weken onstuimig in West-Europa. Langzaam wordt het wassende water door de rivieren naar de zee geduwd. Gemalen, dijken en waterkeringen worden tot het uiterste getest. Een aantal lagergelegen gebieden krijgt te maken met overstromingen, maar de meeste ellende ontstaat in Zaandam. Door de grote hoeveelheden water schiet het Zaangemaal in storing en stijgt het water in Zaanstad tot ongekende hoogte, waardoor een deel van de gemeente overstroomt. Eenendertig eenheden van de Nationale Reddingsvloot worden opgeroepen om bijstand te verlenen bij het evacueren van mens en dier.

Gelukkig is dit geen werkelijkheid, maar het scenario van de landelijke oefening van de Nationale Reddingsvloot die op zaterdag 9 oktober plaatsvindt bij de Jagersplas in Zaandam. Elk jaar organiseert Reddingsbrigade Nederland minstens één oefening voor de Nationale Reddingsvloot. Deze keer faciliteert Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland de oefening. Er oefenen twee pelotons: een peloton uit o.a. Fryslân, Groningen en Flevoland. In het tweede peloton zitten Noord-Holland-Noord, Zaanstreek-Waterland, Kennemerland en Amsterdam-Amstelland. Dit jaar heeft de oefening de naam Zaanstad in het 100+1 gekregen, vanwege het honderdjarig bestaan van Reddingsbrigade Zaanstad in 2020. De +1 komt doordat de oefening een jaar moest verschuiven vanwege de coronamaatregelen.

Het doel van "Zaanstad in het 100+1" is het oefenen van grootschalige waterhulpverlening tijdens een overstroming of grootschalig waterincident. "Tijdens deze oefening ligt de focus op het verkennen van ondergelopen gebied, het redden en evacueren en het bieden van logistieke ondersteuning aan overige hulpdiensten.”, vertelt Mark Jansen, Landelijk Coördinator NRV. "De basis voor de NRV is echter ontstaan naar aanleiding van de Watersnoodramp in 1953. Kort erna werd een rampenvloot van reddingsbrigades opgericht. Dat was niet voor niets, gezien onze inzet tijdens de watersnood van afgelopen juli. Daarom blijven we continu investeren in de samenwerking met partners en de vakbekwaamheid van de vloot.”